Vaak nog wordt het als een last ervaren door je medewerkers: de gang naar de bedrijfsarts. Dat zou het niet moeten zijn. Wat betekent het voor je medewerker om naar de bedrijfsarts te gaan, en hoe zorg je er als werkgever voor dat de mogelijkheden van een bedrijfsarts maximaal worden benut? Nogmaals. Het valt me al een tijd op dat lief en - vooral ook - leed steeds meer wordt gedeeld via de sociale media. Zo ontvang je van alle kanten signalen op als je regelmatig even checkt wat er speelt bij je connecties. Eén ding wat mij dan weer opvalt is dat er veel mensen ziek zijn en/of aan het re-integreren zijn. En dat de gang naar de bedrijfsarts als een last kan worden ervaren. Ik heb daar een dubbel gevoel bij. Aan de ene kant snap ik de emotie wel, aan de andere kant vind ik het totaal niet passen bij een goed re-integratietraject. Op moment dat de medewerker er tegenop ziet om naar de bedrijfsarts te gaan, dan zouden er een aantal alarmbellen moeten rinkelen. Wat is een bedrijfsarts? In praktische zin heeft een bedrijfsarts een hele duidelijke rol. Ik zal de officiële omschrijving er eens bij pakken. Wat is nu een bedrijfsarts? Arboportaal zegt: Een bedrijfsarts is een erkend medisch specialist op het gebied van werk en gezondheid. Interessant. Het is dus een specialist op gebied van werk en gezondheid! En kan een medewerker daar ook gebruik van maken? Nogmaals Arboportaal: Alle werkenden moeten toegang hebben tot een bedrijfsarts. Dubbel interessant! Verder is in de Arbeidsomstandighedenwet opgenomen dat de bedrijfsarts adviseert bij ziekteverzuimbegeleiding. Simpel toch? Waarom dan niet enthousiast naar de bedrijfsarts? Het probleem is vaak dat de bedrijfsarts niet altijd met een advies kan komen dat het beste bij de situatie of de mindset van de medewerker past. Dat adviseur en medewerker niet op één pagina zitten. Een klassieke situatie is dat de bedrijfsarts bepaalde mogelijkheden ziet voor re-integratie terwijl de medewerker dit vooralsnog niet zelf ziet. En dat voelt als een probleem. Terecht! Ik denk dat een medewerker de bedrijfsarts vaak ziet als een dokter waarbij je met hand en tand moet bewijzen dat je terecht een ziektegeval bent, in tegenstelling tot iemand die je kunt gebruiken om je eigen herstel en re-integratie te bevorderen. Oké, in technische zin is de bedrijfsarts een dokter, maar wel een aparte. Het is een dure consultant die de werkgever inhuurt om zich te laten bijstaan bij complexe situaties. Maar in tegenstelling tot andere dure consultants die liever alleen de bovenste managementlaag te woord staat, kan elke werknemer in principe in gesprek gaan met de bedrijfsarts voor advies. Dit zou dus een legio aan mogelijkheden moeten gaan bieden. Jippie, we hebben een bedrijfsarts! Ik wil graag een aantal punten benoemen waar mogelijk winst te behalen valt in de relatieverbetering en derhalve ook in de doelmatigheid van een consult en daarop volgend advies. 1. Zichtbaarheid en herkenbaarheid Een bedrijfsarts kan nooit de man of vrouw op de achtergrond zijn. De eerste belangrijke taak van deze functionaris is dat de bedrijfsarts de werkgever moet adviseren over het toepassen van preventieve maatregelen zodat werknemers gezond en veilig kunnen werken. Dat wil zeggen dat de bedrijfsarts al in beeld is voordat er sprake is van een ziekmelding. Je zou dan ook verwachten dat de meeste consulten die worden aangevraagd preventieve consulten zijn en dat daarbij de bedrijfsarts ook nog eens het bedrijf waar deze voor werkt ook van binnen en van buiten goed kent. Als werkgever is het je taak om de bedrijfsarts dus zo zichtbaar mogelijk te maken voor je werknemers. Bij voorkeur ziet de bedrijfsarts hoe het werk verloopt en is deze betrokken bij ook de meer informele bijeenkomsten. Vertrouwen in een functionaris krijg je als je als werknemer die persoon al kent en wellicht al een aantal keer - informeel - mee gesproken hebt. 2. Preventie als basis Zoals ik hierboven al heb aangegeven: het zou het meest opleveren als de bedrijfsarts lekker veel aan preventie mag doen qua adviezen en voorlichting. Voorkomen is altijd beter. Maak dat de toptaak van je bedrijfsarts. Oké, preventie is wettelijk verplicht maar dat is geen reden om er niet een passieproject van te maken. Dat geldt dus niet alleen voor de adviezen van de bedrijfsarts naar management of preventiemedewerker toe, het geldt zeker ook voor de individuele gevallen. De weg naar de bedrijfsarts moet ook gevonden kunnen worden zonder hulp. Elke werknemer zou moeten weten dat er een preventief consult mogelijk is en de drempel is daarom ook laag om dat te kunnen inplannen. Initiatief vanuit de medewerker om eens met de bedrijfsarts in gesprek te zijn moet worden bemoedigd. Het zou toch mooi zijn als de werknemer genoeg zelfreflectie heeft om te merken dat het functioneren wat minder gaat en dat er wat zorgen zijn om te bespreken. Wat je hebt is privacy, wat je kunt krijgen is een advies, gratis en voor niks. 3. Neem iets mee en voeg smaak toe. Laat een werknemer nooit zonder lege handen naar een consult gaan. Als er een consult wordt ingepland in het kader van terugkeer naar werk, dan zou het ideaal zijn dat de werknemer ook de regie pakt en inziet dat deze met inbreng dient te komen. Zonder inbreng gaat de bedrijfsarts aan de haal met het verhaal. Dat is logisch, maar geef niet alles volledig uit handen, zou ik willen adviseren. De regie van de terugkeer ligt bij werknemer en werkgever, de bedrijfsarts adviseert. Zorg dat de bedrijfsarts veel ingrediënten krijgt om dat advies te gaan brouwen. Waar staat geschreven dat een medewerker niet met een eigen voorstel mag komen qua opbouw, bijvoorbeeld. Waarom altijd dat afschuiven en wachten op initiatieven van de bedrijfsarts? Zonder achtergrondinformatie of eigen ideeën brouwt de bedrijfsarts een slap aftreksel. Een smakeloze hap die wellicht nergens naar gaat smaken. Als werkgever is het dus ook de taak om zoveel mogelijk ingrediënten aan het proces toe te voegen. Zorg er dus voor dat er tenminste altijd een vraagstelling bij de bedrijfsarts is gedeponeerd voordat het consult plaatsvindt. Zonder richting weet de dure consultant niet precies wat er wordt verwacht en gaat deze uit van aannames. Uiteraard is het nog beter om de bedrijfsarts continu te blijven voeden, dat deze weet wat er leeft, hoe de cultuur is, en waar de knelpunten en mogelijkheden liggen binnen de organisatie. Tegenwerpingen Nu zijn er zeker twee “ja-maar’tjes” die je zou kunnen opwerpen op dit moment. De eerste: “Ja maar, een bedrijfsarts heeft niet de tijd om ook nog eens zijn of haar gezicht binnen het bedrijf te laten zien…” Klopt, de bedrijfsarts is vaak al meer dan druk genoeg bezig met de consulten. Ik spreek uit ervaring dat het al lastig is om gedurende een werkdag even te kunnen overleggen. Maar voor een groot gedeelte is dat volgens mij ook een keuze. Je maakt als bedrijf afspraken met je leverancier. Als je echt positieve resultaten wilt behalen, met je preventieactiviteiten bijvoorbeeld, dan moet je ook het lef hebben daarin te willen investeren. Als je met een extra investering weet te voorkomen dat slechts 2 medewerkers bijvoorbeeld niet langdurig ziek zullen worden, dan heb je al tonnen weten te besparen. De tweede “ja-maar” zou kunnen zijn dat je desondanks de tijd en moeite die er in een relatie is gestoken sprake is van adviezen waar de medewerker totaal niet achter kan staan. En waar je als werkgever ook je wenkbrauwen bij weet te fronsen. Onthoud dan dat het altijd mogelijk is om te gaan voor een second opinion bij een andere bedrijfsarts. Een medewerker heeft zo zijn rechten. En als werkgever moet je ook streng en eerlijk kunnen zijn als je merkt dat je medewerkers en leidinggevenden, ondanks alle goede inspanningen, niet prettig samenwerken met de bedrijfsarts. Je moet natuurlijk ook altijd blijven kijken naar de resultaten van je dure adviseur. Lees ook:
0 Comments
Ik was in gesprek met een cliënt van mij. En ik vroeg hem wat hij van het 2e spoortraject vond en wat hij zou willen meegeven aan de cliënten die hem nog zouden navolgen…. De schrijver van dit artikel heeft ervoor gekozen anoniem te blijven: “Na jaren gewerkt te hebben komt er ineens een dag waarop het eigen werk niet meer wil. Door lichamelijke of psychische klachten, het wil echt niet meer. Natuurlijk waren de klachten al wel een tijd aanwezig. Maar langzamerhand werden ze steeds erger. Soms sprak je erover, maar meestal werd het afgedaan met de opmerking: “Och, je wordt een dagje ouder”, of “Iedereen heeft wel een keer wat.” "Leg je er maar bij neer." Tot de dag dat het echt niet meer wil. Je gaat naar een arts voor een behandeling of naar het ziekenhuis in de hoop dat de klachten tijdelijk zijn. Maar de klachten zijn niet tijdelijk. Je komt tot de conclusie dat je je eigen werk niet meer kunt doen. Dit komt vaak aan als een mokerslag. Je wordt onzeker, je kunt niet accepteren dat je een blijvende beperking hebt. Je hebt veel vragen, hoe gaat dit verder, wat zijn de financiële gevolgen? De stress neemt toe. Je komt bij een bedrijfsarts, een arbeidsdeskundige wordt ingeschakeld, het voelt alsof je geen grip meer op je eigen leven hebt. De werkgever probeert nog wat met aangepast werk, maar met het rapport van de arbeidsdeskundige in de hand wordt geconcludeerd dat je op zoek moet naar ander werk bij een andere werkgever. Spoor 1 is mislukt, de re-integratiecoach komt in beeld. Vanaf dit moment word je begeleid naar ander ander werk. Vaak schakelt de werkgever een professionele coach in. Ook blijf je tot het eind van het 2e jaar bezoeken bij de bedrijfsarts afleggen. Aan het eind van het 2e jaar, als het uiteindelijk niet is gelukt te re-integreren, zul je nog naar het UWV moeten. Daar wordt bepaald voor hoeveel procent je arbeidsongeschikt blijkt te zijn. Maar hoe ga je om met dit hele proces? Zonder veel stress te hebben of je ongelukkig te voelen? 1. De werkgever Vooral het contact met de eigen werkgever is belangrijk. Je moet goed in gesprek over hoe nu verder te gaan. Wat kan de werkgever aan - tijdelijk - aangepast werk bieden? Er kan echter spanning gaan ontstaan. Voor de werkgever kan aan deze situatie een behoorlijk kostenplaatje gaan hangen. De kans is dat het uitloopt op een conflict tussen werkgever en werknemer als er niet veel begrip is voor elkaars situatie. Probeer dit dan voor te zijn. Schakel mediation zo snel mogelijk in. Juist om een echt conflict te voorkomen. Vraag vroegtijdig hulp in van je bond. De bond weet vaak wat de wettelijke regelingen zijn. Als beide partijen zich houden aan de wettelijke- en/of aan de cao-regelingen is de kans op een conflict ook minder groot. In uitzonderlijke situaties wordt er nog onderhandeld over een regeling. Als je bijvoorbeeld al wat ouder bent en niet zo lang meer hoeft te werken. Stel altijd redelijke eisen, want te hoge eisen worden niet ingewilligd en zorgen alleen maar voor frustraties. Praat er ook niet te lang over, maar leg je wensen goed uit en luister ook goed wat de werkgever te bieden heeft. Is het verschil te groot, stop dan met onderhandelen. Doorgaan heeft alleen zin als er een klein verschil is. 2. De Bedrijfsarts Het is ook verstandig om een goed contact met de bedrijfsarts te hebben. Hier komen we op een moeilijk punt. Er zijn namelijk vaak onderbuikgevoelens. Vaak wordt de bedrijfsarts gezien als een tegenpartij waar je de problemen wellicht wat groter moet maken dan ze zijn, om via hem je gelijk van arbeidsongeschiktheid te halen. Natuurlijk, hij wordt betaald door je baas en zal daarom zeker ook het beste met je baas voor hebben. Maar ook de bedrijfsarts moet zich houden aan wetten en regels waarnaar hij moet oordelen en hij zal er niet bij gebaat zijn om je naar je werk te sturen als het gewoonweg niet kan. Er zullen ook artsen zijn die voor je gevoel minder goed advies geven, maar dan kun je tegenwoordig altijd nog een consult aanvragen bij een andere bedrijfsarts. Meestal is het het beste om een eerlijk gesprek met de arts te hebben. Een gesprek waar je de problemen zonder overdrijven kunt uitleggen. Een goede bedrijfsarts komt zowel voor de werkgever als ook voor de werknemer op. Alleen dat kan hij pas goed als hij het overzicht volledig heeft. Lever dus gegevens aan die hij nodig heeft. Dat scheelt veel discussie. 3. Spoor 2 re-integratie Wanneer je in een 2e spoortraject terecht komt word je begeleid naar ander werk bij een andere werkgever. De begeleiding komt soms vanuit de werkgever zelf, maar wordt ook vaak door een coach van buitenaf gedaan. Wanneer de organisatie waar je vandaan komt erg groot is kan het zijn dat je begeleiding krijgt van iemand die niet direct je leidinggevende is. Dit werkt wellicht wat beter, maar het blijft natuurlijk altijd wel je werkgever. Als je daar op minder goede voet mee staat, dan is er altijd wel wat emotie aanwezig. Een coach van buitenaf wordt vaak als meer onpartijdig gezien, maar deze wordt ook gewoon door de werkgever betaald. Het is heel belangrijk dat je een goed gevoel hebt bij je coach. Maak kennis, en onthou dat je ook iets mag zeggen over je coach. Deze moet gewoon bij je passen. Anders werkt het traject gewoon niet goed. Belangrijk is dat je door eerlijke gesprekken een goede relatie krijgt met de coach, waarbij het goed is dat er ruimte is om alles bespreekbaar te maken. Vaak is het goed om gesprekken niet te officieel te maken, zodat je het op een ontspannen manier over mogelijkheden en onmogelijkheden kunt hebben. Bedenk hierbij dat de coach jou alleen kan helpen als hij weet wat je echt nog kunt. Je leeftijd kan veel verschil uitmaken. Ben je al wat ouder en moet je nog maar een paar jaar, is het vinden van werk veel moeilijker omdat werkgevers je sollicitatie mogelijk minder serieus nemen. De kans om weer ergens binnen te komen is soms best klein. Steek je energie dan vooral ook in positieve dingen! Ga bijvoorbeeld vrijwilligerswerk doen. Je bent dan nuttig bezig voor je zoektocht, maar ook blijf je actief in de maatschappij. Dit is goed voor je eigen gemoedsrust. Als je jonger bent dan is het vooral, zeker ook inkomen technisch gezien, heel erg belangrijk echt werk te vinden door middel van dit traject. Kijk goed naar je eigen mogelijkheden en maak gebruik van de mogelijkheden van je coach. Nogmaals, dit lukt alleen bij eerlijk en gelijkwaardig contact met je coach. Ook kan het verstandig zijn je eerst te richten op een werkervaringsplaats en, desnoods, vrijwilligerswerk om ervaring op te doen voor je nieuwe toekomst. En om jezelf een boost te geven omdat je ook voor de maatschappij nuttig bezig bent. Vaak is in een 2e spoor-situatie de stress groot. Bekijk het daarom zo zakelijk mogelijk. Pak zelf ook de regie! Met zelfmedelijden los je vaak niets op. Wel met open en eerlijke gesprekken met de mensen die je begeleiden. Negatieve onderbuikgevoelens zullen altijd wel opspelen, maar laat je daar niet door leiden. Het heeft geen zin en het draagt niets bij aan een positief resultaat.” Deel het gratis document "Als het eigen werk niet meer wil - Tips" . Tips voor werknemers of cliënten die langdurig het eigen werk niet meer kunnen doen:
De identiteit van de auteur is bekend bij Robait.
|
Details
Archieven
Juli 2022
Categorieën
Alles
|